Lieve Sofie,
Als ik mijn ogen sluit, kan ik in gedachten overal komen. Ik wandel rond tussen al die bijzondere momenten die mijn leven gekleurd hebben. Elk moment is me even dierbaar en vandaag dwaal ik rond in een flard herinnering die wij samen delen. Het speelt zich af in de Frans Timmermansstraat te Zellik, waar mijn ouderlijk huis staat. In die straat ontmoet ik jou, Sofie.
Jij bent een speelkameraad! Een vrolijke spring-in-‘t-veld, met sprankelende ogen. Misschien ben ik acht en jij een jaartje jonger. Ik geef toe, het is me niet meer zo helder welke spelletjes we spelen. Enkel de speeltuin, die zich aan de overkant van de straat bevindt, met de spannende kabelbaan en de buikvlinders-gevende schommels zie ik nog voor me.
Jouw grootouders wonen ook aan de overkant, rechts van de speeltuin. Dat is ook een stukje gedeeld verleden, Sofie, al weet ik niet of jij je daarvan bewust bent. Mijn grootmoeder kuist het huis van jouw grootmoeder. Zo komt het dat ik daar soms tijd doorbreng. Ik moet dan in een bruine zetel zitten en mezelf in stilte bezighouden. Als alles proper is en fris ruikt mag ik er weer uit en ga ik samen met mijn grootmoeder naar huis.
Wat mij aantrekt aan het huis van jouw grootouders, is het witgeverfde standbeeld van een hertje dat in de voortuin staat. Ik ben eens op de rug van dat hertje gaan zitten. Ik ben klein genoeg, pas er precies op. Het hertje voelt lang niet zo koud als je van een standbeeld zou verwachten.
Wat me nog meer aantrekt, is de kersenboom in de achtertuin. Een gigantische, stevige boom, die in de zomer royaal donkerrode kersen draagt. Jouw grootouders spannen een groen net over de boom, om ervoor te zorgen dat spreeuwen er niet met de oogst vandoor gaan. Mijn grootmoeder krijgt een hele zak kersen, die ze gul deelt met mij. Aan elk oor hangt een dubbele kers te bungelen terwijl ik van de zoetigheid snoep. Als ik daarna in de spiegel kijk, zijn mijn lippen kersenrood. Op mijn kin hangt een veeg kersensap. Lieve Sofie, jij hebt vast veel meer mooie herinneringen aan grootouders en kersenbomen, herinneringen om te koesteren. Herinneringen die jouw leven kleurden.
Waarom ik dit allemaal naar jou schrijf, in deze open brief? Ik weet het niet. Misschien om een stukje kindertijd zichtbaar te maken? Een flard van wat verloren gegaan is, terug een plaats te geven. Want dat is wat ik zie als ik jou nu ontmoet. Jij bent een volwassene vrouw, een man aan je zijde en kinderen die wellicht ook leuke spring-in-‘t-veldjes zijn. Maar ik zie nog steeds dat kind in jou. Het spreekt doorheen jouw sprankelende ogen. We dragen allemaal ons kind mee in ons als een kostbare edelsteen. Enkel de aandachtige kijker zal die unieke kleurenpracht ervan herkennen.
Koester het kind in jezelf,
Liefs,
je vriendinnetje Vanessa
Photo by Inma Ibáñez on Unsplash
Foto van het speeltuintje – Robert Matthyssen
Een volgend bezoek aan het kersenkraam zal spontaan een glimlach op dit gezicht toveren. Ik zie jou zo voor mij met die kersen aan jouw oren. Mooie brief aan jouw vriendin.
probeer die kersenoorbellen ook eens uit! 😉
Mooi omschreven Met een tikkeltje heimwee en zeer veel goesting. 🙂
Dankjewel!
Ik hou van dat soort logjes !
Vanessa, ik hoop dat je ons nog heel wat van deze brieven laat lezen!
Wat een zalige, meeslepende herinneringen. Dat smaakt naar meer (en de kersen ook) Lieve groet,